Kveik gist experiment.

Na het brouwen van bier met de Kveik Hornindal was er gist geoogst op twee verschillende manieren en verder behandeld.

  1. Geoogst van de bovenkant 24 uur na het pitchen. Deze gist is uiteindelijk gedroogd en ingevroren.
  2. Geoogst van de onderzijde tijdens het overhevelen. Bewaard als slurry en ingevroren in 5 mL vials.
  3. Van deze slurry is een deel gedroogd en ingevroren.

Na een week heb ik 0,8 liter starter vloeistof gemaakt van Horizon gerstemoutstroop. Hieraan is 0,1 gram MgSO4, 0,14 gram Wyeast gistvoeding en 0,2 ml melkzuur toegevoegd. Het pH kwam uit op 5.3 en de densiteit was 11 Brix. Daarna zijn de volgende starters gemaakt:

  1. 0,5 gram gedroogde gist met 130 mL starter. Op de roerder bij 32°C voor 18 uur. Daarna was het 7 Brix en pH 4,2. Ruikt en smaak Ok. In potje 1 gedaan.
  2. Ongeveer 0,5 vial slurry, is ongeveer 0,5 mL gist, met 200 mL starter. Op de roerder bij 32°C voor 18 uur. Daarna was het 6,2 Brix en pH 3,8. Ruikt goed maar iets zuurder.
  3. 0,64 gram gedroogde gist met 150 mL starter. Op de roerder bij 32°C voor 18 uur. Daarna was het 5,8 Brix en pH 3,8. Ruikt goed maar iets zuurder.

Het is natuurlijk gevaarlijk om uit zo'n enkele eenvoudige proef conclusies te trekken. Maar in combinatie met ervaringen van anderen kunnen we toch wel stellen dat bij de originele Hornindal Kveik het best de gist van boven geoogst kan worden en die vervolgens te drogen. Drogen doe je het best bij 24 graden voor zeker 48 uur in een geventileerde kast. Een klimaatkast met een ventilator is hier geschikt voor.

De geoogste gist van de onderzijde is zuurder, het lijkt er op dat de bacterie cultuur in deze gist muteert of sneller groeit dan de gist. Niet doen dus.

Geplaatst op 26-01-2020